Project
Kleinschalige verwerkingsmethoden voor gft en swill - bijdragen aan de circulaire economie binnen bestaande regelgeving en beleid
Momenteel bestaat het restafval gemiddeld nog voor 32% uit organisch afval. De laatste jaren worden er steeds meer initiatieven ontplooid op het gebied van lokale verwerking van gft en swill tot meststof, met kringloopsluiting als doel. Overheden zien de lokale kringloopsluiting tussen voedselafval en voedselproductie als een positieve ontwikkeling, zowel in het kader van de circulaire economie als voor de sociale betrokkenheid. Aandachtspunt hierbij is wel dat de gebruikte methoden en de producten geen risico mogen vormen voor mens, natuur en milieu.
De op de markt aangeboden verwerkingsmethoden voor gft en swill, en hun producten, hebben allemaal hun eigen kenmerken en aandachtspunten. Dit maakt het lastig om te kunnen bepalen welke methode in een bepaalde context het beste gebruikt kan worden, welke risico’s er zijn en hoe deze beperkt kunnen worden. Opdrachtgever Rijkswaterstaat heeft LeAF gevraagd om de eigenschappen van verschillende verwerkingsmethoden voor gft en swill uit te werken. En vervolgens hoe de methoden en hun producten zich verhouden tot het huidige beleidskader en de bestaande regelgeving. Hierbij is ook onderzocht hoe en in welke context de methoden bij kunnen dragen aan het bereiken van de doelen voor circulariteit.
Uit het onderzoek blijkt dat compost momenteel het enige bemestingsproduct is dat uit de afvalstromen gft en swill vervaardigd mag worden. Niet alle onderzochte verwerkingsmethoden maken producten die voldoen aan de wettelijke definitie van compost. Deze methoden kunnen wel een positief effect hebben op circulariteit, bijvoorbeeld door het stimuleren tot een betere afvalscheiding. Het is dan wel van belang dat de verwerkte producten uiteindelijk voldoen aan de wettelijke eisen die aan compost gesteld worden. Zo wordt de volksgezondheid geborgd. Naast de definitie van compost spelen ook aanvullende eisen binnen beleid en regelgeving een rol. Bijvoorbeeld de Regeling Dierlijke Producten, die voorschrijft hoe afval met daarin dierlijke resten verwerkt moet worden (denk aan o.a. resten vlees, melkproducten en eieren).
Een begeleidingscommissie heeft mede de koers van het onderzoek en de selectie van verwerkingsmethoden bepaald. De commissieleden hebben waardevolle inbreng geleverd vanuit hun eigen expertise, bijvoorbeeld wat betreft beleid en regelgeving, de afbakening van het onderzoek en door het beoordelen van de conceptrapportages. Daarnaast zijn er juristen betrokken geweest bij de interpretatie en evaluatie van de informatie over beleid en regelgeving. De inhoud van het rapport zal dienen als achtergrondinformatie voor een nog op te stellen document, dat o.a. door overheden kan worden gebruikt om te kunnen beslissen over het wel of niet toestaan van initiatieven voor lokale verwerking van gft en swill, of door bedrijven om een goede (tussen) verwerkingsoplossing te kiezen.
LeAF contactpersoon: Iemke Bisschops